Tsjechie.nl : d� Vakantie & Informatie site over Tsjechie
Alle bestemmingen Tsjechie
nieuwsbrief Australie
navigate by map Tsjechie
tips Tsjechie
win Tsjechie

Tsjechie.nl tsjechie.nl  achtergronden  geschiedenis tsjechie 

Tsjechie.nl - Geschiedenis

Meer achtergronden...

De geschiedenis van Tsjechië gaat ver terug. Er zijn archeologische opgravingen gedaan die aantonen dat het land rond 80.000-10.000 voor Christus al werd bewoond. Tsjechen zijn West-Slaviers, net als de Polen en Slowaken. Tsjechië kan grofweg worden ingedeeld in twee gebieden: Moravië in het oosten en de Bohemen in het westen. 

Tsjechië werd van de vierde tot en met de eerste eeuw voor Christus bewoond door Keltische volkeren. Een van die volken was de Boii, waaraan Bohemen zijn naam ontleent. De Kelten werden door Germaanse stammen verdreven. In de zesde eeuw werden zij weer verdrongen door de Slaven die uit het oosten en het noorden naar Tsjechië trokken.

De Tsjechische landen werden  in de negende eeuw schatplichtig aan Karel de Grote. Ook deze machtige keizer werd verdreven en verschillende vorsten volgden hem op.

De Premysliden

In Bohemen kwam eind negende eeuw de inheemse dynastie van de Premysliden aan de macht. De eerste koning, Borovoj, liet in 880 de welbekende Praagse Burcht  bouwen. Dit vorstendom steunde de hertog Wenceslaus I de Heilige, die kerstening van zijn land afdwong. Deze bekering leidde tot weerstand onder nationalisten en heidenen. Het kwam tot een interventie van de Duitse koning Hendrik de Vogelaar. Bohemen viel in 929 onder het feodalisme van het Heilige Roomse Rijk.

De Premysliden behielden een grote mate van onafhankelijkheid. Ze waren een invloedrijke kracht in het rijk. De hertogen Wladislaus en Vratislav II mochten zich tot koning kronen. In 1198 ontstond de koninklijke erfopvolging. Moravië werd in 1029 deel van Bohemen.

In de dertiende eeuw trokken veel Duitsers naar de Tsjechische landen. Tot in de 20e eeuw vormden zij een aanzienlijk deel van de bevolking. Bohemen beleefde onder Premsyl Ottokar II (1232 – 1278) een hoogtepunt van zijn macht. Ottokar II lijfde onder meer Oostenrijk in en werd een van de machtigste rijksvorsten. Hij deed echter vergeefs een greep naar de keizerskroon en de kroon van Hongarije. En verloor een groot deel van zijn land aan koning Rudolf I. Zoon Wenceslas II werd in 1300 tevens koning van Polen en zijn zoon, Wenceslas III, zelfs van  Hongarije. De Premysliden stierven uit en daarmee kwam er een einde aan het kortstondige Boheems-Pools-Hongaarse rijk.

De Luxemburgers

In de 14e eeuw raakten de Luxemburgers aan de macht. Karel IV werd in 1355 keizer van het Heilige Rooms Rijk. Praag werd de hoofdstad van het oude Europa. Een hoogtepunt in de geschiedenis van Bohemen.

Met recht wordt deze keizer tot op de dag van vandaag 'Vader des Vaderlands' genoemd. Deze periode betekende een sterke bloei op economisch, cultureel en intellectueel gebied. De keizer liet in 1348 de Praagse Karelsuniversiteit stichten, de eerste universiteit van Centraal-Europa.

Het aartsbisdom werd afgekondigd. Er werd begonnen met de bouw van de nieuwe St.Vituskathedraal en de Tynkerk. De beroemde Karelsbrug werd gebouwd. Karel IV liet ook de kroonjuwelen vervaardigen, waaronder de legendarische Tsjechische Vaclavkroon. Aan deze periode van voorspoed kwam een einde toen Karel IV in 1378 overleed.

Zijn zoon, Wenceslas IV, volgde hem op en onder zijn leiding werd Praag één van de mooiste steden van Europa. Wenceslas IV verplaatste zijn residentie van  de Praagse burcht naar het Koningspaleis in de Oude Stad. Hij kreeg echter te stellen met grote sociale en religieuze spanningen. Tijdens het bewind van zijn vader stond het land sterk onder Duitse invloed. De Tsjechen voelden zich onderkend. Zij stonden laag op de maatschappelijke ladder, terwijl de rijkere burgerij en de geestelijken voornamelijk Duits waren. De grote wereldlijke macht en de rijkdom van de kerk zette vervolgens kwaad bloed bij de minder bedeelden.

De Hussietenoorlogen

Er ontstond een religieus-nationalistische massabeweging die zich schaarde achter Johannes Hus (1370 - 1415). Deze docent aan de Karelsuniversiteit en predikant in de Bethlehemskapel keerde zich tegen de wereldlijke macht en de bezittingen van de kerk. En zo ook tegen de paus, die hij onverenigbaar achtte met het voorbeeld dat Christus en zijn discipelen door hun levenswijze hadden gesteld. Hij riep de kerk terug naar de bijbel.

Hus werd populair onder de Tsjechen omdat hij hun in de eigen taal toesprak. Daarnaast pleitte hij voor betere nationale en sociale verhoudingen. Zijn volgelingen staan bekend als de Hussieten. Zij kregen in eerste instantie de steun van machthebber Wensceslas die de Karelsuniversiteit reorganiseerde, ten nadele van de Duitstalige docenten. Studenten verlieten massaal de Boheemse hoofdstad. Maar Wenceslas trok zijn steun in na een dreiging van de paus over een ban van Praag. Ook zijn halfbroer en opvolger, keizer Sigismund, liet Jan Hus vallen en veroordeelde hem wegens ketterij tot de brandstapel. Jan Hus overleed in 1415.

In Bohemen liepen de woede en de frustratie hoog op door de moord op Hus. De onvermijdelijke uitbarsting kwam in 1419, toen een deel van de Praagse bevolking de aanwezige raadsheren uit het raam van het raadhuis van Nove Mesto wierpen. Deze actie vond snel gehoor in heel Bohemen. Geestelijken en leken verkondigden een rijk waarin alle mensen gelijk waren en waarin de bijbel de enige ware bron van het christelijk geloof was.

Toen Wensceslas in 1419 stierf braken de Hussietenoorlogen uit. De bevolking keerde zich tegen de Duitsers. Duitsers werden de steden uitgezet en hun bezittingen werden in beslag genomen. Er werd veel kerkelijke kunst vernietigd. De Hussietenoorlogen duurden tot 1438, maar werden door de keizerlijke troepen onder leiding van keizer Sigismund neergeslagen.

De Habsburgers

In 1526 kwam het land onder het bewind van de Habsburgers. De eerste keizer Ferdinand I nam toen twee belangrijke beslissingen: hij stelde het opvolgingsrecht voor de Habsburgers op de Boheemse troon vast en ter versterking van de katholieke kerk haalde hij de jezuïeten naar Bohemen.

In 1575 werd Rudolf II van Habsburg tot koning van Bohemen en later als Rudolf II tot keizer gekroond. Hij verklaarde Praag weer tot hoofdstad van het rijk en er brak een nieuwe bloeiperiode aan voor de stad.

Rudolf haalde een grote schare intellectuelen, kunstenaars en kunstcollecties van naam naar zijn hof. Hierdoor werd Praag ook één van de belangrijkste cultuurcentra ten noorden van de Alpen. Op politiek vlak werd hij echter gedwongen om de protestanten van de Boheemse adel, die zich toch weer op wisten te werken, het recht te verlenen op vrije uitoefening van godsdienst.

Zijn opvolger, Ferdinand II, was minder toeschietelijk tegenover Boheemse protestanten. Als keizer verplaatste hij zijn residentie naar Wenen en stond minder religieuze vrijheden toe. Zijn onverdraagzame optreden leidde al spoedig tot openlijke vijandigheden. Toen in 1618 twee katholieke adviseurs uit de Praagse Burcht worden geworpen barstte de hel los. De Dertigjarige Oorlog begint. In 1620 worden tijdens de Slag op de Witte Berg Boheemse opstandelingen neergeslagen en houdt keizer Ferdinand stevig zijn greep.

Op 12 juni 1621 werden 27 leiders van de opstand terechtgesteld. Daarnaast moest een zeer groot aantal protestantse families, geestelijken en intellectuelen het land verlaten en al hun bezittingen achterlaten. Diegenen die achterbleven werden gedwongen het katholieke geloof aan te nemen. Er vond toen in Tsjechië een grootscheepse germanisering plaats door de komst van Duitstalige adellijke families.

Nationaal bewustzijn

In de loop van de Dertigjarige Oorlog, ondervond Bohemen grote schade. Het rijk verloor zijn leidende rol op cultureel en economisch gebied. Tegen het eind van de zeventiende eeuw kwam er een economische opleving.

Op architecturaal gebied kende de barok haar hoogtepunt. Josef II regeerde tussen 1765 – 1790 en zijn optreden betekende veel voor het Tsjechische nationale bewustzijn. Zo perkte hij de macht van de katholieke kerk in door het protestantisme in het Habsburgse keizerrijk toe te laten, schaftte hij het lijfeigenschap af, en liet in het onderwijs de Tsjechische taal toe.

Onder invloed van de Verlichting en de Romantiek kwam er steeds meer belangstelling voor de Tsjechische taal, cultuur en geschiedenis. De componisten Bedrich Smetana en Antonin Dvorak lieten zich bijvoorbeeld  inspireren door de Tsjechische volksmuziek en legendes. Een mijlpaal was de bouw van het Nationaal Theater (1881) en het Nationaal Museum (1891), beide in Praag. De laatste Habsburgerse keizers waren Franz Jozef I en Karel III.

De triomf van het Tsjechisch nationalisme kwam op 28 oktober 1918. Toen werd de onafhankelijke Tsjechoslowaakse Republiek uitgeroepen. Tot president werd de socioloog en filosoof Tomas Masaryk (1850 - 1939) benoemd. Na tien eeuwen waren de Tsjechen en de Slowaken weer herenigd. Slowakije was immers na de teloorgang van het Groot-Moravisch Rijk in 906 door de Magyaren ingelijfd bij Hongarije. De Hongaarse dominantie zou zich, zelfs binnen het Habsburgse keizerrijk, tot 1918 weten te handhaven.

De Tweede Wereldoorlog

De onafhankelijkheid van Tsjecho-Slowakije zou van korte duur zijn. In oktober 1938 bezetten de nazi's Sudetenland met goedvinden van Groot-Britannië en Frankrijk, als gevolg van het beruchte Verdrag van München. In maart 1939 bezette Duitsland bovendien de Bohemen en Moravië. Slowakije verklaarde zichzelf onafhankelijk maar gehoorzaamde de nazi bezetters.

In 1939 ontstond het 'Protectoraat Bohemen-Moravië'. Slowakije werd een onafhankelijke Duitse satellietstaat. Evenals andere landen heeft Tsjecho-Slowakije zwaar te lijden gehad onder de nationaal-socialistische terreur. Gruwelijk was het lot van het Boheemse dorpje Lidice, waarvan de mannelijke bevolking werd vermoord, de vrouwen gedeporteerd naar concentratiekampen en de kinderen naar Duitse opvoedingsgestichten werden gevoerd. Het was een vergelding op de moordaanslag van 27 mei 1942 op nazi Reinhard Heydrich, de plaatsvervangend Reichsprotector, geplaagd door Tsjechische verzetsstrijders.

Niet minder gruwelijk was de uitroeiing van de Joden in de Tweede Wereldoorlog. Van de 40.000 joden in Praag, de meeste Duits, werden er 36.000 in de gaskamers van Auschwitz vermoord.

Ook in het concentratiekamp Terezienstadt (Terezin) vonden veel nazi-slachtoffers de dood. Het kamp moest een 'monument voor het uitgestorven ras' worden, volgens de nazi's. Naar de buitenwereld toe fungeerde dit concentratiekamp als voorbeeld om te laten zien dat het er zo slecht nog niet was.

Het Rode Kruis bezocht Theresienstadt om te constateren dat er inderdaad voorzieningen als scholen en theaters waren. Toch zijn van de meer dan 150.000 gevangenen die hier naar toe zijn gebracht vele tienduizenden gestorven. Ook zijn 80.000 vanuit Theresienstadt naar andere concentratiekampen gebracht om daar in gaskamers de dood te vinden.

De bevolking vocht echter terug. Op 5 mei 1945 brak er in Praag een opstand uit tegen de bezetter. Vier dagen lang werd er nog gevochten, totdat op 9 mei de hoofdstad door de Russen werd bevrijd. Na de bevrijding werden de wandaden van de nazi's vergolden met de uitwijzing van het grootste deel van de Duitse bevolking.

Na de Tweede Wereldoorlog herstelde Tsjecho-Slowakije haar onafhankelijke staat. In de verkiezingen van 1946 werd de Communistische Partij de grootste partij met ruim 36% van de stemmen. Zij vormden een coalitieregering. In 1948 pleegde de Communistische Partij een staatsgreep en maakte van Tsjecho-Slowakije een volksrepubliek, met Klement Gottwald aan het hoofd. Tegenstanders van het nieuwe bewind werden uitgeschakeld en volgens goed Stalinistische traditie vonden er ook verregaande zuiveringen binnen de partij plaats.

Communisme

In 1968 kwam de hervormingsgezinde partijleider Alexander Dubcek aan de macht. Dit luidde een periode in van een tot dan toe in het communisme ongekende liberalisering. Deze nieuwe vrijheid staat bekend als de Praagse Lente. De nieuwe leider stond een 'Socialisme met een menselijk gezicht' voor waarin het respecteren van de mensenrechten en de democratie een belangrijke plaats innamen.

De nieuwe koers ging gepaard met een overvloed aan cultuuruitingen die niet meer aan censuur onderhevig waren. Dubcek's politiek was echter geen lang leven beschoren. De machthebbers van de socialistische broederlanden keken met grote afkeuring naar de gebeurtenissen in Tsjecho-Slowakije. Op 21 augustus 1968 maakten de tanks van het Warschaupact een einde aan de zojuist verworven vrijheden.

Uit protest tegen de overval op zijn land pleegde de Praagse student Jan Palach in het openbaar zelfmoord door zich in brand te steken op het Wenceslasplein. Hij werd het symbool van het onderdrukte volk. Dubcek werd vervangen door Gustav Husak die een repressief bewind instelde waarin geen plaats was voor individuele vrijheid en kritiek op het communistisch bewind.

In de jaren zeventig stelde een groep dissidente intellectuelen een manifest op met de naam 'Charta 77'. Hierin werd opgeroepen tot het respecteren van de mensenrechten. Tot de opstellers behoorden onder andere de toneelschrijver Vaclav Havel, wiens werken verboden werden en die zelf in de gevangenis belandde.

Door de politiek van glasnost (openheid) en perestrojka (hervorming) van Michael Gorbatsjov in de Sovjet-Unie ontstond er in 1988 in Tsjecho-Slowakije een felle discussie over de vraag of de hervormingen van Dubcek geen overeenkomsten met deze vernieuwingen vertoonden. Vooraanstaanden van de Praagse Lente eisten ingrijpende hervormingen in hun land.

De Tsjechische Republiek

Vanaf 21 augustus 1988 vonden er regelmatig demonstraties plaats in Praag en in de buitenwijken die oogluikend werden toegestaan door de overheid. In januari 1989 werd Vaclav Havel met een aantal andere dissidenten gearresteerd bij een herdenkingsbijeenkomst voor Jan Palach, die zich 20 jaar eerder in brand had gestoken. Hierop ontstonden massabetogingen in Praag waarbij ook buitenlandse ministers en staatslieden hun steun betoogden. Ondertussen ging er in het land een petitie rond met de eis voor democratische hervormingen.

Op 17 november 1989 begon in Tsjecho-Slowakije de 'Fluwelen Revolutie' met massale demonstraties in Praag en andere steden. De opposities verenigde zich in het 'Burgerforum' dat onderhandelingen aanknoopte met de regering. Delegatieleider van dit forum was de zojuist vrijgelaten Vaclav Havel. De militaire autoriteiten verklaarden zich echter bereid om te strijden voor het socialisme.

Maar na een miljoenenstaking van de Tsjechische beroepsbevolking trad het Politburo in november 1989 af en werd de bepaling over de leidende rol van de communistische partij uit de grondwet geschrapt. Het Burgerforum eiste het aftreden van president Husak en de vrijlating van alle politieke gevangenen. Het Burgerforum richtte een nieuwe regering op met Havel als president en Dubcek als parlementsvoorzitter in afwachting van vrije verkiezingen.

Deze verkiezingen kwamen op 10 juni 1990; dit waren de eerste verkiezingen sinds 1946. Het Burgerforum kreeg 45% van de stemmen en verwierf hiermee de absolute meerderheid in het parlement. De Fluwelen Revolutie leek hiermee voltooid. Op 1 juli 1990 werd de visumplicht voor de Tsjechen en de buitenlanders opgeheven en op 21 februari 1991 werd de inmiddels Tsjecho-Slowaakse Federale Republiek als 25ste lid opgenomen in de Raad van Europa.

Tsjechië en Slowakije

Op 1 januari 1993 viel Tsjecho-Slowakije uiteen in twee staten: Tsjechië en Slowakije. Het was inmiddels was duidelijk geworden hoe veertig jaar communistisch mismanagement Tsjecho-Slowakije op de rand van het faillissement hadden gebracht. De planeconomie in combinatie met verouderde productiemethoden had geleid  tot zeer lage arbeidsproductiviteit. Het land had een zeer slechte concurrentiepositie ten opzichte van het westen.

Om de Tsjechische economie levensvatbaar te maken binnen de kapitalistische westerse wereld, was er maar één oplossing: de invoering van een markteconomie en privatisering van het grootste deel van het Tsjechische bedrijfsleven. Dit vergde echter grootscheepse reorganisatie, ook bij de bevolking die een andere levenswijze dan de westerse wereld gewend was.

De economie raakte in 1996-1997 enigszins in het slop, maar trekt sinds 2000 weer aan. Van alle Centraal en Oost-Europese landen heeft Tsjechië een van de meest ontwikkelde en geïndustrialiseerde economiën. Maar na jaren van sterke economische groei zal de Tsjechische economie dit jaar naar verwachting iets krimpen. De regering heeft lang volgehouden dat de economische crisis Tsjechië niet zou raken, maar het lijkt erop dat zij hier geen gelijk in krijgt.

  


terug | home
Meer achtergronden...
Hebben we je geinspireerd? Deel dit met je vrienden.


Vind Tsjechie.nl leuk op Facebook


Tsjecho Reizen - dé wintersport of vakantie Tsjechië, Praag en Slowakije specialist!




reageer Reageer  stuur door Stuur door  print Print pagina

roskia
Saturday, 18 December 2010 (11:52:57)
echt heeeeeeeeeeel gaaaaaf
roska
Saturday, 18 December 2010 (11:51:00)
echt heel gaaf
Kor
Tuesday, 01 July 2008 (12:43:06)
Prachtig verhaal
tjinta
Tuesday, 05 February 2008 (15:59:45)
ik vind tjechie echt vet!
ik ga ok naar tjeche voor de wintersport!
Tsjechie fan
Monday, 18 June 2007 (12:41:56)
Gaaaaf
specialisten Tsjechie
tsjecho reizen - tsjechie  
Tsjecho Reizen
Reisorganisatie
info | website
tel nr (klik)
interbohemia - tsjechie  
InterBohemia
Vakantiehuizen
info | website
tel nr (klik)
bohemia travel - tsjechie  
Bohemia Travel
Reisorganisatie
info | website
tel nr (klik)
happy home - tsjechie  
Happy Home
Vakantiehuizen
info | website
tel nr (klik)

Valuta omrekenen

EUR

CZK

voorwaarden - copyright - privacy statement - disclaimer - cookies - contact - sitemap



© Tsjechie.nl